ID: 125470
C.C.Kannemans 1812-1884 Ged.6 Juli 1847 Slag bij Terheijde
Geen aanbiedingen geplaatst
Omschrijving
Van Nederlandse eigenaar wonend net over de grens in Belgie
Top Schilderij Christiaan Cornelis Kannemans geboren 13 Juli 1812 te Breda
overleden 1 Maart 1884 eveneens te Breda
Voorstelling: Slag bij Terheijde met div.zeil/oorlogsschepen
Op de voorgrond een oorlogsschip met veel personen in vol ornaat met de
Nederlandse Vlag met een afvurend kanonschot
Links daarvan een roeiboot met vele personen en Nederlandse Vlag
Op de achtergrond de skyline van Terheijde
Zeer gedetailleerd uitgewerkt qua kleuren,lucht(wolkenpartij) water(detail)
Fotos spreken geheel voor zichzelf
Olieverf op eiken geschaafd paneel Hoogte 28 x Breedte 39 cm
Totale maat incl.orginele Paul Gehringlijst Hoogte 44 x Breedte 54 cm
Rechtsonder gesigneerd/gedateerd 6 Juli 1847
Echtheids/Taxatierapport aanwezig
In echtheid vele malen mooier i.v.m.foto
KOM GEHEEL VRIJBLIJVEND KIJKEN Adres Meer(Gem.Hoogstraten)Belgie
Postcode 2321 15 km van Breda
BEKIJK OOK MIJN ANDERE ADVERTENTIES
Van 8 augustus tot en met 10 augustus 1653 vond tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog voor de kust van Zuid-Holland een zeeslag plaats tussen de Engelse vloot en de vloot van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Deze staat bekend als de Slag bij Ter Heijde of in het Engels: Battle of Scheveningen alsook Battle of Texel genoemd[1].
In deze strijd leden de Nederlanders een groot verlies: luitenant-admiraal Maarten Tromp werd in de borst geraakt door een musketkogel van een sluipschutter en stierf; zijn laatste woorden waren "houdt goede moed". De strijd ging echter gewoon door en de admiraalsvlag bleef op aanraden van Michiel de Ruyter, en door toedoen van Egbert Bartolomeusz Kortenaer Tromps vlagkapitein waaien op Tromps vlaggenschip de Brederode, zodat de dood van Tromp niet bekend werd bij de rest van de vloot.
Na twee ernstige nederlagen, de Driedaagse Zeeslag en de Zeeslag bij Nieuwpoort, werden de havens van de Republiek vanaf juni 1653 geblokkeerd door een Engelse vloot van omstreeks 120 schepen onder generaal-ter-zee George Monck. Om te voorkomen dat de economie volledig zou
ineenstorten, mobiliseerden de Nederlanders ieder beschikbaar schip om die blokkade te breken. Begin augustus lukte het Tromp om met ongeveer zeventig schepen de Maas uit te varen; dit lokte de Britten naar het zuiden, zodat ook het eskader van Witte de With bij Texel kon uitbreken. Beide Nederlandse vloten wisten zich te verenigen voor het tot een slag kwam. De Nederlanders hadden toen vijf eskaders; die drie andere stonden onder bevel van viceadmiraal Johan Evertsen, waarnemend viceadmiraal Pieter Florisse en commandeur Michiel de Ruyter.
Na enkele hevige gevechten waren aan beide kanten de vloten zo toegetakeld dat ze eerst op verhaal moesten komen. Duidelijk was te zien dat het nadeel aan de Nederlandse kant lag. De zwaardere Britse schepen hadden een te grote vuurkracht. Ongeveer 25 schepen bleken niet meer van plan aan het gevecht deel te nemen, ondanks het bevel van De With stand te houden en zijn reactie om ze onder vuur te nemen, toen ze deserteerden. Zij lieten zich afdrijven naar het noorden.
De With besloot zich al verdedigende naar het noorden terug te trekken en de weglopers te dekken. Zo viel hij terug op Texel. Hoewel de slag een tactische nederlaag was voor de Republiek, was de schade aan de Britse kant eveneens aanzienlijk, zodat de blokkade moest worden opgeheven: men claimde in de Republiek dus een (in de moderne terminologie: strategische) overwinning. Beide partijen waren nu oorlogsmoe: de Nederlanders omdat ze er aan wanhoopten zonder Tromp de Engelsen te kunnen verslaan, de Engelsen omdat de kosten te hoog opliepen en de Nederlanders na iedere nederlaag weer opnieuw het gevecht aangingen.
De Nederlandse vloot verloor vermoedelijk tien schepen: twee Hollandia's; en de West-Capelle, Eendragt, Wapen van Zeeland, Dolphijn, Omlandia, Rosenkrans, Zevenwolden en de Mercurius. De Engelsen verloren slechts één schip.
Ter nagedachtenis aan Maarten Tromp staat er een monument in het plaatsje Ter Heijde.
Hoewel hij woonde en werkte in Breda, was Christiaan Cornelis Kannemans in zijn tijd een zeer succesvol schilder van zeestukken, vooral van de Zeeuwse wateren. Oorspronkelijk oefende hij de beroepen van fotograaf, huisschilder en glazenmaker uit.
In zijn jeugd heeft Kannemans les gehad van de kunstschilder J.H. Fredriks.
Kannemans zond voor het eerst schilderijen in naar tentoonstellingen in Zwolle en Antwerpen. Zijn werk wekte de belangstelling van koning Willem II. Mede dankzij de steun van de koning was Kannemans in staat studiereizen te maken naar de Engelse, Franse en Nederlandse kust en zich te ontwikkelen tot een bekwaam en gewaardeerd schilder van zee-, rivier- en havengezichten.
Naast zijn werk als zelfstandig kunstenaar bekleedde hij in Breda twee functies: leraar handtekenen aan de HBS en tekenleraar aan de KMA.
Kannemans exposeerde veel op de tentoonstellingen van Levende Meesters en kreeg van Rijkswege de opdracht om een aantal spoorbruggen te schilderen , bestemd voor de wereldtentoonstelling in Philadelphia in 1867.
Diverse musea bezitten werk van zijn hand, w.o. Noord Brabants Museum en het Breda's Museum.
Info: RKD, Lexicon Pieter A. Scheen, Benezit, Wikigallery
HOGERE PRIJSKLASSE
Top Schilderij Christiaan Cornelis Kannemans geboren 13 Juli 1812 te Breda
overleden 1 Maart 1884 eveneens te Breda
Voorstelling: Slag bij Terheijde met div.zeil/oorlogsschepen
Op de voorgrond een oorlogsschip met veel personen in vol ornaat met de
Nederlandse Vlag met een afvurend kanonschot
Links daarvan een roeiboot met vele personen en Nederlandse Vlag
Op de achtergrond de skyline van Terheijde
Zeer gedetailleerd uitgewerkt qua kleuren,lucht(wolkenpartij) water(detail)
Fotos spreken geheel voor zichzelf
Olieverf op eiken geschaafd paneel Hoogte 28 x Breedte 39 cm
Totale maat incl.orginele Paul Gehringlijst Hoogte 44 x Breedte 54 cm
Rechtsonder gesigneerd/gedateerd 6 Juli 1847
Echtheids/Taxatierapport aanwezig
In echtheid vele malen mooier i.v.m.foto
KOM GEHEEL VRIJBLIJVEND KIJKEN Adres Meer(Gem.Hoogstraten)Belgie
Postcode 2321 15 km van Breda
BEKIJK OOK MIJN ANDERE ADVERTENTIES
Van 8 augustus tot en met 10 augustus 1653 vond tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog voor de kust van Zuid-Holland een zeeslag plaats tussen de Engelse vloot en de vloot van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Deze staat bekend als de Slag bij Ter Heijde of in het Engels: Battle of Scheveningen alsook Battle of Texel genoemd[1].
In deze strijd leden de Nederlanders een groot verlies: luitenant-admiraal Maarten Tromp werd in de borst geraakt door een musketkogel van een sluipschutter en stierf; zijn laatste woorden waren "houdt goede moed". De strijd ging echter gewoon door en de admiraalsvlag bleef op aanraden van Michiel de Ruyter, en door toedoen van Egbert Bartolomeusz Kortenaer Tromps vlagkapitein waaien op Tromps vlaggenschip de Brederode, zodat de dood van Tromp niet bekend werd bij de rest van de vloot.
Na twee ernstige nederlagen, de Driedaagse Zeeslag en de Zeeslag bij Nieuwpoort, werden de havens van de Republiek vanaf juni 1653 geblokkeerd door een Engelse vloot van omstreeks 120 schepen onder generaal-ter-zee George Monck. Om te voorkomen dat de economie volledig zou
ineenstorten, mobiliseerden de Nederlanders ieder beschikbaar schip om die blokkade te breken. Begin augustus lukte het Tromp om met ongeveer zeventig schepen de Maas uit te varen; dit lokte de Britten naar het zuiden, zodat ook het eskader van Witte de With bij Texel kon uitbreken. Beide Nederlandse vloten wisten zich te verenigen voor het tot een slag kwam. De Nederlanders hadden toen vijf eskaders; die drie andere stonden onder bevel van viceadmiraal Johan Evertsen, waarnemend viceadmiraal Pieter Florisse en commandeur Michiel de Ruyter.
Na enkele hevige gevechten waren aan beide kanten de vloten zo toegetakeld dat ze eerst op verhaal moesten komen. Duidelijk was te zien dat het nadeel aan de Nederlandse kant lag. De zwaardere Britse schepen hadden een te grote vuurkracht. Ongeveer 25 schepen bleken niet meer van plan aan het gevecht deel te nemen, ondanks het bevel van De With stand te houden en zijn reactie om ze onder vuur te nemen, toen ze deserteerden. Zij lieten zich afdrijven naar het noorden.
De With besloot zich al verdedigende naar het noorden terug te trekken en de weglopers te dekken. Zo viel hij terug op Texel. Hoewel de slag een tactische nederlaag was voor de Republiek, was de schade aan de Britse kant eveneens aanzienlijk, zodat de blokkade moest worden opgeheven: men claimde in de Republiek dus een (in de moderne terminologie: strategische) overwinning. Beide partijen waren nu oorlogsmoe: de Nederlanders omdat ze er aan wanhoopten zonder Tromp de Engelsen te kunnen verslaan, de Engelsen omdat de kosten te hoog opliepen en de Nederlanders na iedere nederlaag weer opnieuw het gevecht aangingen.
De Nederlandse vloot verloor vermoedelijk tien schepen: twee Hollandia's; en de West-Capelle, Eendragt, Wapen van Zeeland, Dolphijn, Omlandia, Rosenkrans, Zevenwolden en de Mercurius. De Engelsen verloren slechts één schip.
Ter nagedachtenis aan Maarten Tromp staat er een monument in het plaatsje Ter Heijde.
Hoewel hij woonde en werkte in Breda, was Christiaan Cornelis Kannemans in zijn tijd een zeer succesvol schilder van zeestukken, vooral van de Zeeuwse wateren. Oorspronkelijk oefende hij de beroepen van fotograaf, huisschilder en glazenmaker uit.
In zijn jeugd heeft Kannemans les gehad van de kunstschilder J.H. Fredriks.
Kannemans zond voor het eerst schilderijen in naar tentoonstellingen in Zwolle en Antwerpen. Zijn werk wekte de belangstelling van koning Willem II. Mede dankzij de steun van de koning was Kannemans in staat studiereizen te maken naar de Engelse, Franse en Nederlandse kust en zich te ontwikkelen tot een bekwaam en gewaardeerd schilder van zee-, rivier- en havengezichten.
Naast zijn werk als zelfstandig kunstenaar bekleedde hij in Breda twee functies: leraar handtekenen aan de HBS en tekenleraar aan de KMA.
Kannemans exposeerde veel op de tentoonstellingen van Levende Meesters en kreeg van Rijkswege de opdracht om een aantal spoorbruggen te schilderen , bestemd voor de wereldtentoonstelling in Philadelphia in 1867.
Diverse musea bezitten werk van zijn hand, w.o. Noord Brabants Museum en het Breda's Museum.
Info: RKD, Lexicon Pieter A. Scheen, Benezit, Wikigallery
HOGERE PRIJSKLASSE